MOETen

Laatst was ik naar de mondhygiëniste en zij vertelde mij dat ik echt MOET flossen, omdat anders… en toen volgden allerlei vervelende verhalen als uitvallende tanden enzo, zónder uitleg waardoor dan. Bij het woordje ‘MOET’ haakte ik al af. Mijn weerstand tegen de dame werd zó groot dat ik dwars tegen haar in ging. ‘Ik ga echt niet flossen hoor.’ Zij begreep er niets van…

Vertel een hoogbegaafde dat hij iets MOET doen, en dan ook nog zonder een duidelijke onderbouwing en diens nekharen gaan recht overeind staan, hij schiet in de weerstand en is eigenlijk niet meer voor rede vatbaar.

Hoe kwam het nu dat mijn nekharen overeind kwamen te staan en ik totaal in de weerstand ging? Omdat het voor mij – en met mij veel hoogbegaafde mensen – heel moeilijk is om iets van een ander aan te nemen. We ontdekken de dingen graag zelf, of willen eerst allerlei goede argumenten horen waarom iets dan toch ‘moet’ – of liever: beter wel gedaan kan worden. We zijn liever onze eigen autoriteit in plaats van dat een ander ons zijn autoriteit oplegt.

Het helpt dan wel als degene die je aanspreekt op het ‘MOETen’ daadwerkelijk een autoriteit is op dat gebied, daarnaast die autoriteit op een natuurlijke wijze uitstraalt én begrijpt hoe jij in elkaar zit. In het verleden heb ik regelmatig aanvaringen met directrices gehad omdat zij, voor mijn gevoel, geen autoriteit hadden, maar deze wél probeerden af te dwingen door mij min of meer kleinerend toe te spreken, terwijl ze geen moeite deden om mij te leren kennen.

Ook zoiets waar een hoogbegaafde niet van houdt, aangesproken worden alsof hij een klein kind is, alsof hij het niet weet. Vaak weet die hoogbegaafde prima dat zijn gedrag op dat moment misschien niet handig is, zeker niet in een groep. Door de manier waarop hij toegesproken wordt, schiet hij in de weerstand en weigert nog toe te geven. Achteraf, thuis, zal hij meestal wel weer voor zichzelf toegeven dat zijn gedrag niet zo handig was.

‘Itte zelluf doen’ – waren volgens mijn moeder mijn eerste woorden en dit geldt eigenlijk nog steeds zo. Graag ervaar ik zelf hoe ik iets zou moeten doen, wat de handigste manier is en ga ik zelf op zoek naar argumenten om iets wel of niet te doen. Mijn man weet ondertussen dat hij nieuwe ideeën eerst voorzichtig in de week moet leggen bij me, dan ga ik zelf wel een keer bekijken of ik dit een goed idee vind – ook al ga ik eerst weer in de weerstand.

In mijn praktijk gebruik ik deze kennis en ervaring door de cliënten niets op te leggen, maar ze zelf op de ideeën te laten komen. Het mooiste is het als de cliënt ervan overtuigd was dat hij niet kon en niet wilde veranderen (een fixed mindset heeft) en ik hem tot andere gedachten en gedrag kan brengen, kan laten inzien waarom het goed is om te veranderen.

Loop jij ook aan tegen een autoriteit met wie de klik er niet is, of heb je een kind met wie je steeds weer in conflicten raakt omdat het niet doet wat jij vindt dat moet, neem dan contact met me op. Samen kunnen we uitzoeken waar het probleem zit en hoe je hier beter mee om kunt gaan.

Mail me op info@hbcoachinguitgeest.nl of kijk voor meer informatie op https://hbcoachinguitgeest.nl/

Enne… een gratis tip voor mijn mondhygiëniste: breng het als een voorstel, zoals ‘misschien kun je beter gaan…’ en geef dan een paar argumenten die je een inhoudelijke onderbouwing geeft, dus mét uitleg. En ja… ik ben aan het flossen hoor!

(lees bij hij/zijn ook graag zij/haar!)